Michiel in Chili

Week 9

"Señor Trauco, Antü de fietser en nog meer ongelooflijke gebeurtenissen"

Dinsdag 24 maart, 20:44 uur

Nou, de drang om geheel eigenhandig avonturen op te zoeken, heeft wel weer geleid tot een bijzondere nieuwe plek. Terwijl ergens in de buurt een wilde rivier stroomt, en regen en nat van de bomen op het afdakje druppelen, zit ik daaronder aan een picknicktafel met mijn mijnlamp, een "kop" koffie en een laatste slokje D'Olbek pils in het pikkedonker in het oerbos van p.n. Queulat. Ik had al gelezen dat dit (noordelijke) stuk van de carretera austral nog meer bizar moest zijn dan het zuidelijke deel. Het is hier vooral anders. Dat komt doordat hier veel meer regen valt, zoals ik onderweg hierheen gemerkt heb. En wat een prachtige natuurverschijnselen levert dat op!

Het oergroene bos lijkt wel een zee. De bergen gaan steil omhoog, stoppen soms abrupt of verdwijnen in de wolken. Overal stroomt water wild van de hellingen af. In de lager gelegen gebieden stroomt het tussen de bossen en struiken door en hogerop, waar de bomen niet meer groeien, komt het water als witte strepen kriskras van de kale berghellingen gedenderd. Je kunt je haast niet voorstellen wat een enorme kracht er vrij moet komen als water van ongeveer 2 kilometer hoogte naar beneden valt.

De regen viel ook nog steeds toen ik de bus uitstapte. Snel hing ik alle bagage om mijn lijf en wonder boven wonder lukte het in één keer om de regencape over me heen te werpen. De duisternis trad snel in en onderweg naar de ingang van het park kostte het me moeite om de plassen te ontwijken. Met waterdichte schoenen hoeft dat ook niet persé, maar er zaten toch echt hele diepe plassen tussen. Na een klein uur wandelen in de stromende regen bereikte ik de camping met overdekte picknicktafels (flex!). Daar kon ik al mijn spullen even neerleggen zonder meteen doorweekt te raken. Onder de overkapping monteerde ik mijn tentje, waarna ik hem vlak naast het afdakje in de grond kon nagelen. Heerlijk vond ik het om onder het afdakje lekker wat te eten en bij te komen van alle spanning en indrukken van deze dag.

Want vanmiddag was ik nog in Coyhaique, voor de 3e keer. En vannacht bevond ik me zelfs nog in de veilige haven Puerto Chacabuco.
Wat een feest was het gisteren. De groep passagiers werd onderverdeeld in 2 teams: team rood en team blauw. Ik hoorde bij team rood en was met heel wat oudjes, een groepje enthousiaste moeders en een enkele jonge hond zoals ik. Volgens mij heette ze Elenia. Terwijl ik eigenlijk heel saai aan het doen was, werd ik meteen voor van alles en nog wat gevraagd. Het begon met meehelpen versieren, omdat ik zo lekker lang ben. Daarna of ik het spel met de appel wilde doen (toch niet met die pijl en boog hè?). Toen of ik koning, oftewel "gezicht", van de groep wilde worden. En als laatste of ik me wilde verkleden als iets of iemand!
De feestzaal versieren? Geen punt, kom maar hier met die ballonnen en slingers. Koning? Tsja, als niemand anders… Verkleden? Als gay?! Uiteindelijk wist ik enthousiaste Elenia te overtuigen dat ik echt geen gay kon zijn. Gevoelsmatig had ik daar moeite mee voor een groep vreemden. Uiteindelijk kwamen we op het idee om me als romein te verkleden: Julio Caesar.

Ik had al eerder besloten om er deze avond een feestje van te gaan maken. En op deze manier had ik alle gelegenheid om even alle remmen los te gooien. Let the games begin!
De bemanning maakte er een waar spektakel van. En omdat 2 kapiteins in de jury zaten, was het allemaal nog best serieus. Nou ja, er werd vooral erg veel gelachen, vooral dankzij de "host" van de avond. Welke functie hij precies op de boot had was me niet helemaal duidelijk, maar het presenteren zat hem duidelijk in de genen. Wellicht was hij om de moraal hoog te houden op de boot, als het even wat tegenzit.

Ons team met de wat "ouderen" had zeker een hoop vuur. Jammer dat het uithoudingsvermogen minder was, waardoor we uiteindelijk nipt verloren van de blauwen. Wel heb ik me enorm vermaakt met Elenia, die de koningin van ons team was, en werd ik aan het eind gekroond tot "Señor Trauco". Ik moet nog even opzoeken wat het betekent, maar het werd positief ontvangen door het publiek.

Research door mijn vriend en journalist T.O. leert ons dat de "Trauco" een soort trol is die in het zuiden van Chili leeft. In zijn oorspronkelijke vorm is het geen knapperd, maar bij zijn ontmoetingen met vrouwen vermomd hij zich en is hij onweerstaanbaar. Let wel, het gaat hier om een mythologisch figuur.

Elenia werd gekroond tot "reina de Ventisquero" en zodoende waren we een mooi stel. We dansten, dronken en kletsten de nacht vol. Helaas kwam het er niet van om de rest van de nacht te delen. Ik heb vandaag nog veel aan haar gedacht, met kriebels in mijn buik. We vonden het blijkbaar zo leuk met elkaar dat we vergaten e-mail adressen uit te wisselen. Ook de volgende ochtend lukte dat niet, omdat ik er als een haas vandoor moest. Om half 8 hoorde ik wat gepraat op de gang en herkende ik de stem van de kapitein. Hij sprak met één van de bejaarde stellen die hier ook van de boot moesten. Ik besloot maar eens op te staan en prompt klopte er iemand op mijn deur. Het was de kapitein, die me vertelde dat ik over 20 minuten van de boot af moest. Hij zou dan namelijk gaan vertrekken naar Puerto Montt!

Ik snel onder de douche gedoken en mijn spulletjes gepakt. Heel vreemd was het om nog (slaap)dronken de boot af te lopen zonder ook maar één medepassagier tegen te komen. De meesten lagen waarschijnlijk nog te ronken, terwijl ik inmiddels op de kade stond te wachten op de afvaart. Maar wacht, daar zwaaide iemand! Het was de lieve organisatrice van team rood. Elenia lag waarschijnlijk nog in dromenland…

Staat ie dan met zijn brakke hoofd op de kade: Señor Trauco

Hoewel deze excursie heel wat anders was dan ik tot nu toe gedaan had, heb ik er enorm van genoten. Het voelde allemaal goed en daarom heb ik nu toch wat melancholisch getinte gemengde gevoelens. Morgen kijken hoe het weer is en of ik een parkwacht kan vinden voor wat info. Terwijl de regen rustig doorklettert op het afdakje zeg ik "buenas noches" vanuit p.n. Queulat!
Ciao.

Donderdag 26 maart, 19:33 uur

Het is gewoon al praktisch donker buiten. En dat op een redelijk heldere dag als vandaag!
Het is namelijk weer niet te geloven hoeveel geluk ik heb gehad met het weer. In de stromende regen en het donker kwam ik eergisteren aan in p.n. Queulat. In de loop van die avond stopte het al met regenen en zo bleef het tot en met mijn wandeling naar Puerto Puyuhuapi (Poejoe-oewapie). Het is zelfs ronduit mooi weer geweest!

Nadat ik gisterenochtend bij de parkwacht geïnformeerd en betaald had ($3.000), begon ik aan mijn eerste verkenning van het park. Hoe anders was het op dat moment in tegenstelling tot toen ik aankwam. Al snel kwam ik erachter dat behalve de groenbeboste vlakte en bergen, ook de helblauwe gletsjer van kilometers ver te zien was. Deze "ventisquero colgante" (hangende gletsjer) is het hoogtepunt, de eyecatcher, waar de meeste bezoekers voor langskomen. En terecht!
Maar vooral de combinatie van prachtig bos, een woeste rivier, enorme rotsblokken, spectaculaire bergketens, een vreemd groen meer en de helblauwe, waterbrakende gletsjer, geven dit park een prehistorisch uiterlijk. Ik was diep onder de indruk…

p.n. Queulat

Helaas werd de rust bij het uitkijkpunt bruusk verstoord door de aankomst van minstens 10 Israëlieten. Nu ben ik zeker geen antisemiet, maar wat waren dit een stel a-socialen! De meesten begroetten me amper, en bij vertrek lieten ze peukfilters en het restant van een toiletrol achter. Bovendien, ondanks de aanwezigheid van een dubbel hek moest er toch op het 2e hek aan de afgrond naar het meer gezeten worden. Ik moest meteen aan het gedenkteken bij de salto del Puma denken, waar dus een Israëlisch meisje voorbij de omheining was gegaan en helaas naar beneden viel. Triest en dom, maar ik had er vooral geen getuige van willen zijn.

Het pad naar het uitkijkpunt op de gletsjer was ook weer prachtig. Het voerde door oergroen regenwoud en de oversteek over de woeste rivier was weer best spannend. Hoewel deze hangbrug stevig genoeg oogde en was, wordt je toch altijd enigszins onzeker als je halverwege bent…

Toen ik aan het einde van de dag terugkwam op de camping, reed een Chileen te fiets me tegemoet. We begroetten elkaar en vervolgden beiden ons pad. Even later liep ik langs zijn campingplek en maakten we kennis. Het was het type vrijgevochten, artistieke Chileen inclusief wilde baard, die dus te fiets door dit zuidelijke deel van Chile reisde. Na een kennismakend gesprek spraken we af om de volgende ochtend te kijken of we eventueel nog samen met het bootje over het vreemd groene meer konden varen. 's Avonds heb ik nog even enorm genoten van de verschrikkelijk hoeveelheid sterren die er hier te zien zijn. Wat een prachtig gezicht is dat! Ik kreeg er bijna een stijve nek van, zo lang stond ik omhoog te staren. Onvoorstelbaar…

Vanochtend maakte ik nog een laatste wandeling naar een mooi uitkijkpunt op de machtige gletsjer. Op die route kwam ik ook die Chileen weer tegen. Hij heette Antü en was op weg naar Chaitén. Eigenlijk gingen we dus dezelfde kant op. We konden helaas niet met het bootje, zodat er na een laatste blik op de gletsjer niets anders op zat dan in te pakken en te vertrekken.

p.n. Queulat

Zodoende vertrok ik, zonder betaald te hebben voor de camping, te voet richting Puerto Puyuhuapi. Antü ging inderdaad dezelfde kant op, maar dan met de fiets. We zeiden elkaar gedag en wensten elkaar veel succes met onze reis. Mijn vooruitzicht vandaag was ruim 20 kilometer lopen over relatief vlak terrein onder goede omstandigheden. Het weer was goed tot prima, uiteraard had ik weer prachtige uitzichten en een hoop mensen vroegen of ik een stuk mee wilde rijden. Tsja, het klinkt gek. Maar vandaag wilde ik graag lopen. Om het geluk niet de rug toe te keren liet ik uiteraard wel elke keer blijken hoe groot mijn dank was.
Na een lang stuk kronkelende weg langs een groot meer was daar na totaal 5 uur lopen dan eindelijk het bord "bienvenidos en Puyuhuapi". Een onderkomen was snel gevonden. Nu wilde ik alleen nog zeker weten of er morgen een bus richting Chaitèn zou gaan. Een man hier in de buurt zei me dat er morgen (vrijdag) geen bussen gingen, alleen zaterdag. Fuck! Ik geloofde er alleen geen snars van, want in Coyhaique zag ik toch echt bussen naar Chaitèn op "viernes".

Gelukkig, ik mag door..."

Morgenvroeg ga ik het bij het oficina de turismo nog maar eens vragen. En anders moet ik een plan B bedenken. Ik wil namelijk zaterdagochtend om 10:00 uur de boot van Chaitèn naar Puerto Montt nemen. En dat kan alleen maar als ik morgen een bus kan vinden, die me die kant op brengt. Men had me wel verteld dat de bussen tot het dorpje Villa Santa Lucia rijden. Daar komt dan elke ochtend dat er een boot vertrekt een busje langs om mensen op te pikken die naar Chaitèn willen.
De reden waarom het nu allemaal zo omslachtig gaat, is doordat Chaitèn op dit moment door de actieve, nabijgelegen vulkaan een gevarenzone is. De stad Chaitèn is grotendeels verlaten, zo is de berichtgeving.
Nou ja, nu ga ik een plek om te eten zoeken.
Ciao!

Vrijdag 27 maart, 22:26 uur

Nu weet ik het zeker. Het is tijd om naar huis te gaan.
Gisterenavond heb ik nog een prima maaltijd genuttigd en van de kok gehoord dat "hacer dedo" (liften) naar La Junta prima werkt. Vanaf La Junta zou ik dan weer makkelijk met de bus naar Villa Santa Lucia kunnen.
Na een goed ontbijt liep ik onder een asgrauwe hemel door de regen naar het einde van Puerto Puyuhuapi. De Nederlanders die ik gisteren vlak voor aankomst in Puyuhuapi in hun pick-up voorbij zag rijden, kwamen nu weer mijn kant op. Ik dacht "perfect, mijn lift naar La Junta of misschien wel Santa Lucia!". Helaas… zonder blikken of blozen reden deze landgenoten me straal voorbij, terwijl de regen en de wind me vanuit alle hoeken teisterden. Alsof ze me van gedachten wilden laten veranderen om te blijven in Puyuhuapi.

Na een ochtend en begin middag lang wachten kon ik dan eindelijk meerijden met iemand. Het was de kok van de wegwerkers. Verder was er dus praktisch geen verkeer in tegenstelling wat ik dus gister te horen had gekregen. De kok ging eten brengen naar de centraal gelegen bouwkeet. Langs de hele route van Puyuhuapi naar La Junta werd namelijk hard gewerkt aan de verbreding en verbetering van de weg. Dit was weer een aardige gozer, en een goed gesprek en 2 peuken (sorry, af en toe heb ik hier gerookt ja) later waren we bij de ingang van de keet. Vanaf hier zou het nog ruim 20 kilometer naar La Junta zijn. Na het afscheid hing ik snel alle bagage weer aan mijn lijf, inclusief de handig aan te trekken regencape. Mijn avontuur ging te voet verder, want ik vertrouwde niet volledig meer op "hacer dedo".

En inderdaad, terwijl de regen en vooral de wind in kracht toenamen, zag ik met name verkeer van de andere kant komen. De weinig voertuigen die wel mijn richting op gingen, durfden het blijkbaar niet aan om deze in regencape gehulde geweldenaar mee te nemen. Ik was nu overigens wel onwijs blij met mijn regencape. Hij functioneerde namelijk prima, zodra je hem eenmaal aan had.
Onderweg was ik onder andere een keer gestopt bij het einde van een wegversmalling. Daar stond namelijk zo'n kleine cabine, waar een "pare/siga"-mannetje of -vrouwtje ("stop/go") in kan schuilen. Het was op dat moment namelijk schafttijd, waardoor ik even handig gebruik kon maken van zo'n cabine om zelf te gaan schaften. Bijna had ik het "pare/siga" bordje meegenomen om te gebruiken voor het liften.

Na zeker 10 tot 15 kilometer lopen had ik weer veel mooie dingen gezien ondanks het slechte weer. Het mooiste beeld was toch weer een steile berghelling, waar kort na elkaar een drietal watervallen te bewonderen was. Op deze barre tocht was dit toch even een bijzonder lichtpuntje.
Inmiddels kwam de wind af en toe stormachtig voorbij, maar de regen stopte zowaar even. Dit was tevens het moment dat er eindelijk iemand stopte om me een eindje mee te laten liften. Yes!!! Onder het genot van een prettig gesprek, bracht deze aardige man me naar het volgende dorp, La Junta.
Het plan was om deze dag aan te komen in Villa Santa Lucia, maar de tijd begon ook te dringen. Het was namelijk al tegen 18:00 uur en dat betekende dat het snel donker zou worden. Daarnaast had ik nog een probleem en dat probleem heette geld. $11.000 is wat weinig om nog 2 nachten te slapen, te reizen en te eten. Ik was er met mijn naïeve verstand vanuit gegaan dat er in één van de dorpjes langs de carretera austral wel te pinnen viel. Forget it!

Eerst had ik nog bij het benzinestation en de carabinieros (politie) gevraagd of er vandaag nog een bus naar Villa Santa Lucia zou gaan. Van beiden kreeg ik een vaag antwoord, maar in ieder geval vandaag niet. Ik begon me opeens heel erg ongelukkig te voelen. Vooral toen ik na 2 uur in de stromende regen nog steeds niemand gevonden had om me naar het volgende dorp te brengen. Ik had het koud, voelde me wat apathisch worden en besloot het dorp in te lopen op zoek naar een slaapplek.
Het 2e hostal waar ik mijn geluk ging beproeven, kwam ik weer die verrekte Nederlanders tegen, die me eerder die dag keihard in de regen hadden laten staan. Daar had ik dus echt geen zin in. In mijn beste Spaans vroeg ik of er nog plek voor één persoon was en wat dat kostte. Het leek me een prima hostal, alleen nu was ik echt op zoek naar heel goedkoop. En $8.000/nacht was op dat moment teveel.

Bij het naar buiten lopen trok ik de deur netjes achter me dicht, waarna ik via het kleine binnenterrasje weer de straat op wilde lopen. Maar wie liep ik tegen het lijf toen ik me van de deur richting straat omdraaide. Het was Antü, de Chileen op de fiets uit p.n. Queulat!

Met blijdschap begroette ik hem, maar met een enorm baalgevoel legde ik hem mijn probleem uit. Maar alsof ik God zelf was tegengekomen, bood hij meteen aan om mij te helpen. We gingen allebei via dezelfde route naar Puerto Montt. Hij stelde voor om mij voldoende geld te lenen tot daar. Als we dezelfde boot naar Puerto Montt zouden nemen, kon ik hem daar terug betalen.
Heel even stopte het met regenen, heel even brak de zon door, een helder licht verscheen om Antü heen, witte duiven stegen op en op de achtergrond begeleidde het goddelijke zangkoor dit wonderlijke gebeuren. Althans, zo voelde ik het. De druk om mijn hart verdween, mijn benen voelden niet meer slap, ik zag weer helder en alles was weer mogelijk.

Iets of iemand had me verteld om vandaag in dit godvergeten dorp te moeten eindigen en om naar dit mooie hostal te lopen. Niet al mijn geluk is op, zo blijkt, maar ik voel dat het genoeg is deze vakantie. Ik heb nog maar één hoofddoel en dat is in Santiago aankomen voor zaterdag 4 april. Als dat lukt is mijn vakantie geslaagd. Want om het verhaal nog sterker te maken: Antü had vandaag een rustdag ingelast, omdat het maar niet ophield met hard regenen en stormen…,/p>

Buenas noches vanuit het oergezellige La Junta, waar het nog steeds regent dat het giet.
Ciao!

Zondag 29 maart, 14:22 uur

En weer ben ik een stukje dichter bij waar ik zijn moet. Morgenochtend vertrekt de boot van Chaitèn naar Puerto Montt en op dit moment ben ik in Villa Santa Lucia aan het wachten op een busje dat me naar Amarillo (vlakbij Chaitèn) zou moeten brengen. Al wachtende heb ik hier al heel wat vrienden gemaakt: 1 hond en 2 katten.

Eén van mijn vrienden in Villa Santa Lucia

Gisterenochtend ontving ik van Antü het benodigde geldbedrag voor het vervolg van mijn reis. Ik hem niet uitgebreid genoeg bedanken en wenste hem met een stevige omhelzing een goede fietsreis naar Chaitèn. Daar zouden we elkaar weer treffen om samen met de boot verder te reizen.
Na het voorlopige afscheid ging ik op zoek naar informatie, want voorlopig zat ik nog steeds in La Junta zonder duidelijkheid over wanneer er nou een bus langs zou komen. Het meest gehoorde antwoord was namelijk "nee, vandaag niet, morgen gaat er weer een bus". Misschien onbedoeld, maar ik kreeg er het gevoel, dat men me graag in het dorp wilden houden. En dat zonder verder heel erg gastvrij over te komen. Zo ook bij het plaatselijke busvervoer: "Nee, vandaag niet. Na het weekend gaat er weer busje. Bovendien is de weg geblokkeerd."

Hier had ik vrijdag al wat over gehoord, toen ik bij de carabinieros had geïnformeerd. Ook nu besloot ik om weer bij de vrienden van de politie navraag te doen, want ik vertrouwde niemand meer. In eerster instantie vertelde de vriendelijke man me ook dat er vandaag geen bus ging. Nadat ik doorvroeg over bussen die vanuit Coyhaique naar het noorden reden, was er een doorbraak. Prompt belde hij ter bevestiging naar een busmaatschappij in Coyhaique. En ja hoor, er zou die middag een busje langskomen. Yes! Yes! Yes! Ik voelde me weer helemaal gelukkig en hervond even mijn rust. Ik vreesde namelijk al dat ik wéér een hele dag in de regen en kou zou moeten gaan liften…

Tegen 15:00 uur meldde ik me bij het COPEC-tankstation, waar de bus zijn stop zou houden. Daar ontmoette ik een stel Israeliërs die met zijn 5-en probeerden een lift te regelen naar Futaleufú aan de grens met Argentinië. Dit was dezelfde richting op, dus ik wilde eigenlijk niet al teveel met ze te maken hebben. Omdat ik door de weersomstandigheden niet buiten kon wachten, was ik genoodzaakt om me binnen bij ze te voegen. Om de tijd te doden speelden we een potje "Janiesh" (kaartspel), wat ik in de 2e ronde alweer bijna gewonnen had. Veel belangrijker vond ik eigenlijk of mijn bus nog zou komen! Toen ik bijna het idee begon te krijgen dat hij niet meer zou komen, kwam hij dan toch. Afgeladen met passagiers…
Ik zag mijn hoop voor mijn neus weer vervliegen. Vooral ook omdat de chauffeur me vertelde dat reizigers naar Futaleufú voorrang kregen boven die naar Villa Santa Lucia. Dat betekende dus dat die 5 Israeliërs eerst een plekje zouden kunnen bemachtigen en daarna pas ik! Ja, op dit soort momenten kan ik prima egoïstisch zijn.

Ik besloot mijn tactiek aan te passen aan de omstandigheden. Terwijl de chauffeur druk bezig was alle overtollige bagage op het dak te monteren, knoopte ik in alle rust een gesprek met hem aan. Ik toonde mijn begrip voor de situatie, terwijl de 5 Israeliërs vooral probeerden met veel bombarie een plekje af te dwingen. Maar de bus was te vol voor nog 5 reizigers, zodat ik op het juiste moment mijn slag kon slaan. "Luister, ik zie dat er nog plek is in het gangpad. Voor mij is het absoluut geen probleem om te moeten staan. Wat is het bezwaar om nog 1 passagier in je toch al te zware bus mee te nemen?"

En daar stond ik dan, in het gangpad, op weg naar Villa Santa Lucia. Het was gelukt! De chauffeur was om!
Eens te meer werd het weer een enerverende trip. Behalve dat er gezellige lui in de bus zaten (o.a. Nieuw-Zeelands stel), en er in het overvolle busje van vering geen sprake meer was, kwamen we ook de wegversperring tegen waar de carabinieros het over had. Niet één, maar twee grote trucks waren binnen 100 meter afstand van elkaar in de zachte berm beland. Daar waren ze al halverwege richting de steile, bestruikte helling gegleden. Omdat men bezig was een poging te doen één van de trucks uit de berm te trekken, moesten we noodgedwongen een pauze nemen.

"Met één wiel op de stoep..."

Met een enorm machtsvertoon trok de voorste truck aan de vastgelopen andere truck. De cabine schudde hevig en de banden gleden van rechts naar links op zoek naar grip. Helaas, de eerste pogingen mislukten. Er werd een stevige graafmachine opgetrommeld. Ook deze pogingen mislukten, waarna de graafmachine de andere truck eruit probeerde te trekken. Hier was één poging voldoende.

Maar ja, wij wilden eigenlijk wel heel graag verder, net als al het andere verkeer. Na wat aandringen en vragen konden we dan eindelijk door. Het was inmiddels ook pikkedonker, dus men was gestopt met hun verwoede pogingen om die ene overgebleven truck op het droge te trekken. Tijdens de rest van de rit naar Villa Santa Lucia was het heerlijk stil. Bijna was ik staand in slaap gevallen. Na een uurtje reden we het gehucht binnen en kon ik weer op zoek naar een slaapplek.
Bijzonder in hoe korte tijd je je verbonden kunt voelen met je medereizigers als je dit soort spannende dingen meemaakt. Daarom een hartelijk afscheid met meerdere medereizigers en welgemeende succeswensen voor de rest van elkaars reis.

Eén van de weinige mensen die ik op straat tegenkwam, wees me een hostal waar ik moe, maar voldaan binnenging. Het huis verdiende geen schoonheidsprijs, maar de warmte, de huiselijkheid en een goede maaltijd vergoedden eigenlijk alles. Ik was allang blij dat ik in Villa Santa Lucia zat! Alles komt goed…

In mijn hoofd had ik het idee om vandaag te gaan liften naar Chaitèn, omdat de buschauffeur me had verteld dat er pas dinsdag een bus naar Chaitèn ging. Ik had hem niet moeten geloven. De dueña van het hostal vertelde me namelijk vanochtend, dat er morgenochtend vroeg een bus uit Palena zou passeren richting Chaitèn. Perfect!
Om het zeker te weten ging ik het verderop ook nog maar even vragen en het klopte. Bovendien zou er vandaag zelfs al een busje naar Amarillo gaan, een voorstadje van Chaitèn. Daar ben ik nu op aan het wachten in de hoop dat ik vandaag al iets van de actieve vulkaan zou kunnen zien. Alleen dan moet die bus wel komen… ¡Tenga esperanza!
Ciao.

Maandag 30 maart, 12:36 uur

Ik ben op de boot onderweg naar Puerto Montt!!!
Het wachten op het busje gisteren in Villa Santa Lucia was de moeite waard. Tegen 17:00 uur kwam er aarzelend een busje richting het hostal waar ik die nacht had geslapen. Dit was tevens de plek waar ik al vanaf 12:00 uur aan het wachten was. Af en toe, als het droog was, liep ik even door de paar straten van dit gehucht. Daarbij verbaasde ik me over de prachtige bergen met verse sneeuw die tevoorschijn kwamen door het enigszins opklaren van de lucht.

Uitzicht vanuit Villa Santa Lucia

In het kleine personenbusje zat de chauffeur en één passagier op de bijrijderstoel, Ariël uit Israel. Ik veerde op en liep naar het inmiddels opengedraaide raampje. "¿Usted va a Chaitèn?" De man bevestigde dat hij naar Chaitèn ging, wat betekende dat ik vandaag al daar aan zou komen. En dus niet, zoals eerder gezegd was, in Amarillo. Nog niet bekomen van deze blijde mededeling, vroeg de ietwat verstrooide man me of ik kon autorijden. Ik vroeg me af of ik dat goed gehoord had, maar keek ondertussen waarom hij dat misschien had kunnen vragen. Had hij zich verwond? Was hij ziek?
"Si, puedo conducir. Tengo un permiso de conducir."

Hij legde me uit dat hij nog een personenbusje in Villa Santa Lucia had staan, die hij in Chaitèn nodig had. Zo kon het zijn dat ik een uur later alleen in het andere personenbusje achter het stuur door het schitterende landschap van noordelijk Aysèn over de carretera austral richting Chaitèn reed! Het andere busje met chauffeur en Ariël reed voor me uit en bepaalde min of meer het tempo. Klimmen, dalen, gaten in de weg, scherpe bochten, bruggen, prachtige eindeloze bossen, wilde rivieren, dreigende wolken, het gigantische Yelcho meer, besneeuwde bergtoppen en weer een prachtige gletsjer. Ik voelde me even helemaal de koning om hier doorheen te kunnen "cruisen"!

Zoals elke dag trad ook nu de duisternis weer vroeg in en we kwamen bij de controlepost in Amarillo. Iedereen die in of uit de regio Chaitèn ging, werd geregistreerd. Op dat moment stond Chile 0-1 voor op Peru.
Zonder problemen mochten we na de controle doorrijden. Ik hoefde zelfs mijn internationale rijbewijs niet te laten zien. Al een stuk voor Amarillo was de ruige weg veranderd in een mooie, geasfalteerde 2-baans brede strook.

Het binnenrijden van het stadje Chaitèn was bizar. Het was er donker vanwege het ontbreken van elektriciteit. Het was er uitgestorven, omdat het grootste deel geëvacueerd was. En overal lag een dikke laag stof en as van de vorige explosies van de op 10 kilometer afstand gelegen actieve vulkaan.
Aan de kustlijn waren nog een aantal huizen bewoond en daar bevonden zich dan ook hostals of cabañas. De eerste mogelijkheid had alleen nog maar cabañas te huur voor $15.000/ nacht. Dit was op zich niet duur als je er met meerderen in gaat. Ariël was nu degene die geen geld had. Ik bood hem mijn hulp aan, maar hij koos ervoor om te kamperen in de barre kou.
Bij het volgende hostal kon ik voor $6.000/nacht verblijven, wat me prima beviel. Ze lieten me mijn kamertje zien, die ik moest delen met iemand anders. Daarna toonden ze me de badkamer, waar geen heet water uit de kraan kwam, omdat ook het gas hier afgesloten is. Elektriciteit was er wel dankzij een generator.

Het enige waar ik me nog een beetje zorgen om maakte, was of ik Antü, mijn fietsvriend, nog zou vinden de volgende dag. Ik werd uitgenodigd om in de keuken met de overige gasten voetbal te komen kijken. Daar verdwenen mijn laatste beetjes zorgen, want niemand minder dan Antü zat daar gespannen voor de kleine buis naar Peru - Chile te kijken. Onze blijdschap was groot, maar snel richtten we ons op de nog spannendere voetbalwedstrijd. Chile won de wedstrijd van Peru met 1-3. Een perfect besluit van wederom een enerverende dag!

Metershoge laag as voor de deur

Aangezien ik in het donker aan was gekomen, had ik slechts een indruk van Chaitèn en nog geen glimp van de vulkaan gezien. Ik besloot die ochtend vroeg op te staan, want de boot vertrok om 10:00 uur. Om 7:30 uur liep ik door de grotendeels verlaten stad met soms een metershoge laag as om de huizen heen en op de achtergrond de rokende vulkaan. Die lag verscholen tussen het gebergte en het wolkendek, zodat het niet meteen opviel dat daar een vulkaan was. Maar als het enigszins opklaarde rond het gebergte en de vulkaan kwam de rest van de enorme rookpluim tevoorschijn. Dit is geen alledaags natuurverschijnsel!

De bizarre indrukken van de stad en de vulkaan kregen een haast filmisch karakter toen de hoon van het binnenkomende schip meerdere keren over de baai tegen het omliggende gebergte weerklonk. Het enige dat nog ontbrak was de mist. In het stadje liep ik over de lege straten, klom ik op metershoge lagen stof en as, keek ik in verlaten huizen en was ik stil bij het zien van dit alles en de vulkaan. In de vallei achter het stadje heeft het uitgebraakte materiaal van de vulkaan delen van bossen doen sterven. De herfstkleur van deze bomen tekende schril af tegen de kracht van het groen tegen de berghellingen. Af en toe kleurde de witgrijze kolom van rook en stoom rood en oranje door het instorten van delen van de top van de vulkaan.

De schuldige... volcán Chaitèn

Na zeker een half uur in diepe stilte naar de onwerkelijke en geruisloze vulkaan te hebben gestaard was het tijd om terug te keren naar het hostal. Behalve dat mijn spullen daar nog lagen, moest ik ook de eigenaren nog betalen. Ik kwam erachter dat Antü al richting boot vertrokken was met zijn fiets met lekke band. Bij het afscheid kreeg ik te doen met de eigenaren van dit hostal. Ze kwamen op mij over als een soort laatste strijders tegen beter weten in. De overheid wil de stad niet meer opnieuw opbouwen, vanwege het voortdurende risico van uitbarstingen. Maar voor veel mensen, die geen afstand kunnen doen van hun huis en grond, voelt het alsof ze in de steek gelaten worden door de overheid. Ze zien niet veel in het plan om de stad Chaitèn op een andere plek opnieuw op te bouwen. Ze willen gewoon blijven.
Zo zag ik het doorleefde stel saampjes bij het ouderwetse houtfornuis staan om zich op deze vroege ochtend op te warmen en klaar te maken voor weer een dag overleven in een opgegeven stad.

Bij de boot moest ik me melden bij iemand van de carabinieros. Ik gaf mijn naam op, waarna die van de lijst werd gevinkt. Tijd om de boot op te gaan. Nog voordat ik de boot op ging zag ik Antü al staan. Die lekke band had ie onderweg naar Chaitèn opgelopen. Ook zijn reis was niet makkelijk geweest, zo had hij me verteld. Lekke banden, enorm veel regen, te diepe plassen, dus ook gevallen in zo'n te diepe plas en veel wind. Maar hij had zich ten doel gesteld om op tijd in Chaitèn aan te komen, dus daar zou hij veel, zo niet alles voor hebben kunnen doorstaan. En ook hem was het gelukt. Ik kon me voorstellen hoe lekker dat houtfornuis moet hebben gevoeld na een barre, natte tocht van 2 dagen.

Gezamenlijk stapten we de boot op en genoten we van het uitzicht. Langzaam werd de uitgestorven baai met dito stad kleiner. Na een kwartier varen was de vulkaan Chaitèn weer zichtbaar, maar nu van de andere kant. Vanaf hier was nog beter te zien hoe heftig deze hete berg nog aan het stomen was. Het zag eruit als een pan met kokend water, waar hele dichte rook uit op steeg. Ongelooflijk om hier getuige van te zijn!

¡Proxima parada, Puerto Montt!
Ciao.

Lees verder wat er allemaal in de laatste week gebeurt!


Foto's per regio

Klik voor een overzicht

Deze website is een website | home