Michiel in Chili

Week 6

"Tijd voor geschiedenis, ongehoorde stilte en een zompig paardenpad"

Dinsdag 3 maart, 11:31 uur

Soms moet je even de tijd doden. Maar met een prachtig uitzicht als dat vanaf het fort van Corral is dat geen punt. Corral is een vissersdorp in een baai bij de monding aan zee. Ik ben hier vanochtend gekomen door in Valdivia de wachtende bus in te stappen richting Niebla. Vanuit Niebla gaan bootjes via Isla Mancera naar het aan de overkant gelegen Corral.
Er lijkt niet veel meer over van dit Spaanse fort dan de verdedigingsmuur, een hoop kanonnen en een soort binnenplaats. Ik moet echter niet vergeten dat dit gebied behoorlijk onder water gestaan heeft na de aardbeving van 1960. Die aardbeving heeft door aardverschuivingen, tsunami's en vulkaanuitbarstingen zijn sporen in een groot deel van Chile achtergelaten.

Gisteren ben ik nog naar een interessant museum geweest in Valdivia, heb ik Daniël en Belinda gebeld, en heb ik weer eens een lange mail gestuurd. Vandaag wil ik nog naar een natuurpark gaan en het fort van Niebla. Morgen vertrek ik naar het ruim 150 kilometer zuidelijker gelegen Osorno, waar ik me ga voorbereiden op een nieuw avontuur.
Ciao!

Eén van de weinige droge dagen in de "natste" stad van Chile: Valdivia

Woensdag 4 maart, 10:05 uur

Wachtend op de bus naar Osorno, is het weer een mooi moment om wat te schrijven.
Nadat ik gisteren het fort van Corral verliet, ging ik op zoek naar het busstation. Dat was niet makkelijk, ondanks dat men sprak over "el gran terminal de buses". Ik begrijp nu dat dit ironisch bedoeld was. Nadat ik er eerst drie keer voorbij gelopen was, herkende ik dan eindelijk het "busstation". Het was een soort kleine kantine of cabine met toiletten, een kioskje en ruimte om binnen te zitten. Binnen zitten was weer eens niet nodig, want buiten vielen de Chileense mussen al van de golfplaten daken.

De bus bracht me naar Chaihuin, weer een vissersdorp, dat vlak aan een enorm natuurpark ligt: reserva costanera Valdiviana. Dat betekent dus eigenlijk het Valdiviaanse natuurpark aan de kust. Ik kreeg uitleg van een lief meisje over het park en begreep dat de meeste tochten lang zijn en onder begeleiding van een (betaalde) gids moeten gebeuren. Dat was nou net vandaag niet mijn bedoeling. Ik wilde gewoon gedurende de middag een korte indruk opdoen van een deel van het park. Het werd dus een relatief korte wandeling: "los Cormillos". Dit zijn een aantal opvallende, uit zee stekende rotsen, die vol met vogels zaten.

Een mooi pad en een mooi uitzicht op dit bijzondere natuurverschijnsel. Het pad kwam verderop uit op het strand van een lang stuk duin. Deze duinstrook beschermt de baai van Chaihuin. Ik hoorde dat deze duinstrook voor de tsunami van 1960 torenhoog geweest moet zijn. Langs de branding lopend, verdwenen mijn voetstappen achter me weer in zee. Om me heen vlogen zeevogels, een straffe wind bewoog mijn inmiddels weer aardig gegroeide haren en het opspattende zeewater verkoelde mijn gloeiende huid. Het was een fijne wandeling…

Op de achtergrond een deel van het Valdiviaanse natuurpark. En een echte hond!

Uiteindelijk kwam ik weer bij het begin van het park uit en wachtte ik even verder in Chaihuin op de bus naar Corral. De weg tussen Chaihuin en Corral was weer van een uitmuntende kwaliteit. Dit viel echter in het niet bij het prachtige uitzicht over de woeste kustlijn.
Vanuit Corral kon ik weer met een bootje naar Niebla. Het fort was helaas gesloten en dus besloot ik in dit dorp maar wat te gaan eten. De zalm was gelukkig zo goed, dat ie ook deels rauw te eten was. Vreemd dat ik er niks van gezegd heb. Wilde ik de eigenaar niet in verlegenheid brengen? Tot nu toe ben ik in elk geval niet ziek geworden, dus dat lijkt wel goed te zitten.

Zoals eerder genoemd zit ik nu dus te wachten op de bus naar Osorno.
Ciao!

Donderdag 5 maart, 9:14 uur

Ik kwam er gisteren achter dat ik helemaal niet meer zoveel tijd heb voor de dingen die ik nog graag wil doen. Al is dat ook weer afhankelijk van de tijd die ik nog in Santiago wil hebben. Ik heb in elk geval nog zo'n 4 weken om mooie dingen te gaan zien!

Na een regeldag in Osorno en een korte ('s nachts film "8mm" op tv gezien), maar goede nachtrust plus ontbijt in het sfeervolle huize Ortega, zit ik nu in het kleine busje naar p.n. Puyehue. In dit park zijn een aantal sectoren. De sector bij de ingang van het park heet Aguas Calientes vanwege de thermale bronnen die hier zijn. Vanaf deze sector moet er een pad zijn naar sector Antillanca, waar in de winter ook een skigebied is. Nu moet het er een desolate, vulkanische omgeving zijn. Ten zuiden van p.n. Puyehue ligt aansluitend een ander park: het p.n. Vicente Perez Rosales. In Osorno had ik bij de CONAF navraag gedaan over de mogelijkheid om van p.n. Puyehue naar het p.n. Vicente Perez Rosales te lopen. Volgens de mensen daar was dit niet mogelijk. Nu weet ik inmiddels dat je dingen nooit één keer moet vragen…
De bus gaat nu rijden, wat betekent dat ik niet meer normaal kan schrijven.
Ciao!

20:07 uur
Fantastisch wat een mogelijkheden hier in Chile!
Via een wat Nederlands uitziend landschap (vlak, weilanden met koeien) kwamen we in de pre-cordillera aan bij p.n. Puyehue. De eerste vraag die ik stelde aan de parkwachter, was of ik dus van dit park kon oversteken naar het andere park in het zuiden. Het antwoord was JA! Supertof!
Maar waarom wil ik me eigenlijk zo afbeulen? Wil ik bijzondere dingen zien of bijzonder zijn om de dingen die ik doe? Het is in ieder geval een belevenis!

Na een uitgebreide uitleg, met gebruik van een mooi schaalmodel van het gebied, kon het avontuur beginnen. De parkwacht vond het vooral belangrijk dat ik voldoende eten en drinken bij me had. Ook vroeg hij of ik ervaring had met dit soort tochten. Ik had ervaring met wandelen met bagage, met kamperen en ik ben fysiotherapeut. Maar ik had nog niet eerder een meerdaagse tocht door grotendeels onbewoonde natuur gemaakt. Het eindpunt was het dorpje Petrohue aan het lago Todos los Santos, waar ook weer een parkwacht zou zijn. We spraken af dat ik me daar binnen 5 dagen moest (af)melden. Als ik dat nog niet gedaan had, zou men me komen zoeken.
De tocht bestaat uit 4 etappes. De 1e etappe is van sector Aguas Calientes door regenwoud naar sector Antillanca aan de voet van volcan Casablanca. De 2e etappe is van sector Antillanca afdalend naar Las Gaviotas, een dorp aan het enorme lago Rupanco. De 3e etappe is van Las Gaviotas over een bergpas, langs volcan Puntiagudo naar de noordkant van het lago Todos los Santos. En de 4e etappe is per bootje over het spectaculaire lago Todos los Santos naar Petrohue. Bij voorbaat al een indrukwekkende tocht! De 1e etappe zit er inmiddels op…

Terwijl de kou hier toeneemt, ben ik alvast in mijn slaapzak gekropen.
Door een mooi regenwoud steeg het pad van Aguas Calientes langzaam omhoog. Bij het begin van de wandeling regende het nog en was het bos nog zeiknat van vorige regenbuien en mistflarden die hier soms haast voortdurend rond de bergen hangen. Maar alsof er een engel met me meereist (hoi Noah), begon de zon na een uurtje lopen alweer door te breken. Hier kon ik slechts op enkele plekken van genieten, want het bos was dicht begroeid. Ik baande me een weg door een hoop modderige stukken. En af en toe schrok ik, omdat er weer een bruggetje ingestort was. Gelukkig was er elke keer een manier om toch aan de overkant te komen. Ook toen er een deel van het bos verschoven was door wellicht een kleine aardverschuiving. Bij een aantal bruggen hield ik mijn hart vast, of ie niet in elkaar ging storten. Maar mijn vrees was ongegrond.

"I'm a happy camper!"

De uren verstreken, het pad ging sneller stijgen en het bos werd opener. Ik zag dat het echt goed opgeklaard was en ook dat ik al een behoorlijk eind geklommen was. De bomen werden schaars en het landschap desolaat. Tot ik me boven de boomgrens bevond op een glooiend berglandschap van vulkaangruis met een dromerig uitzicht op de lager gelegen meren.
Verwonderd door dit onvoorstelbare landschap was ik plotseling het spoor bijster. Via een prachtig uitzicht op de andere zijde en met hulp van mijn kompas kwam ik weer op het juiste pad. Wegzakkend in de zachte vulkaanbodem begon ik de kilometers van vandaag te voelen. Ik was alweer vanaf 12 uur aan het lopen en keek uit naar een mooie plek om te gaan kamperen. Het was inmiddels alweer tegen 18 uur…

JE STAAT IN BEELD!

Op 1500 meter hoogte keek ik het volgende dal in waar ik de skiliften en -pistes zag liggen. Tevens dacht ik de krater te zien waar het goed kamperen zou zijn. Ik besloot dwars over de helling naar beneden te lopen door het vulkaangruis. Met grote stappen gleed ik haast naar beneden, zo zacht land je op deze ondergrond, ook met minimaal 25 kg extra aan je lijf. Afstanden zijn in een omgeving als deze altijd moeilijk in te schatten. Daarom stopte ik op herkenningspunten even om me te oriënteren hoe ik die krater wilde bereiken.
Uiteindelijk bereikte ik met groot genoegen dan eindelijk deze onwerkelijke kampeerplek. Afgeschermd van wind en zicht op de rest van de omgeving voelde ik me echt helemaal alleen. Het was op deze plek zo stil, dat ik het stromen van het bloed in mijn hoofd kon horen als een constante ruis. Hier floten geen vogels, hier bewogen geen bomen door de wind, hier stroomde geen water. Er waren geen vogels, geen bomen, geen wind en geen water…

Onder de laatste beetjes zon zette ik mijn tentje op. Tijdens het naar binnen werken van mijn eten dreven er langzaam wat wolken over de randen van de krater. Geruisloos. Haast zonder te bewegen. En ik kreeg het koud. Ik besloot te vluchten in mijn tentje, waar ik nu nog ben. Tijd om te slapen en morgen wakker te worden in deze "end-of-the-world" natuur. Hopelijk is het te doen met de kou vannacht…
Ciao!

Eindbestemming van deel 1: beschut, koud en angstaanjagend alleen

Zondag 8 maart, 18:27 uur

Jemig, wat kan een mens in 3 dagen veel beleven zeg. Hou je vast!
Die stilte in die "krater" was ook 's nachts oorverdovend. En de kou bereikte hier zijn dieptepunt op 4 graden. Dit betekende dat ik niet lekker geslapen heb. De volgende ochtend besloot ik maar snel op te warmen met een slok koffie, een stuk chocola en een potje ochtendgymnastiek. Ik maakte een wandeling naar een beter uitzicht. En wat heet beter! Wow!
Behalve dat ik dichtbij ten oosten van me volcan Casablanca zag, zag ik voor me van zuidoost naar zuidwest het drieluik vulkanen Tronador, Puntiagudo en Osorno. Ongelooflijk en met recht het land van de vulkanen. Je kunt begrijpen dat ik hier wel even van dit schitterende uitzicht heb staan genieten. En het enige dat ik hoorde was een zuchtje wind "on top of the world".

...

Met een waterig zonnetje achter een laag wolken keerde ik terug naar de "camping", pakte mijn spullen en begon aan de volgende etappe: Antillanca - Las Gaviotas. Volgens de parkwachter was het pad niet in allerbeste staat, maar wel redelijk makkelijk te vinden. In mijn beleving was het precies andersom. Ik nam de verkeerde afslag, waardoor ik weer op een andere berg vulkaangruis belandde. Terwijl volcan Casablanca me uitlachte, ging ik er nog eens goed voor zitten. Natuurlijk ging ik niet terug naar het punt, waar ik verkeerd liep. Nee, ik ging vooruit. Na een flinke afdaling en een moment van wijsheid besloot ik toch terug te gaan. Maar niet via dezelfde weg! Een eigenlijk onmogelijke klim omhoog en een even zo steile klautering omlaag brachten me in het lavaveld voor volcan Casablanca. Wat een ongelooflijk indrukwekkend gezicht om oog in oog te staan met z'n reus.

Vervuld met nederigheid zag ik het licht en besloot een stel voet- en hoefsporen door het lavaveld te volgen in de zuidelijke richting. Bingo! Het pad dook al snel het bos in, zoals de parkwachter me verteld had. En hier bleek dat het pad dus allerminst slecht begaanbaar was. Het leidde me door een mooi open bos met dichte bovenbegroeiing en dicht bamboe (quila) als onderbegroeiing. Nu ik het pad eenmaal gevonden had, was ik helemaal blij en opgelucht. Als een hinde daalde ik huppelend door het bos af, klom ik soepel over omgevallen boomstammen en ontweek ik behendig al te modderige stukken. Echter aan het einde van de dag begon ik last van mijn knie te krijgen. En ik ben erachter gekomen, dat mijn beslissingsvermogen aan het einde van een dag lopen zeker niet optimaal is.

Een dag niet gewassen, een dag niet... euhhh...

Na de lange afdaling kwam ik in de buurt van de eindbestemming Las Gaviotas aan het lago Rupanco. Het pad voerde nu door weideachtige gebieden met her en der bramenstruiken en kleinere bossen. Bij het bordje "Lago Rupanco; 500 meter" besloot ik níet die kant op te gaan. Ik moest namelijk naar Las Gaviotas…
Toen na een half uur mijn schoenen nat waren door een net iets te diepe stroom water, de weg de verkeerde kant op boog en weer omhoog ging, en ik geen hoefsporen meer zag van de groep die me onderweg was gepasseerd, was het genoeg. Ik ging terug. Nadat ik bij het bordje de juiste kant op ging, kwam ik bij een huis aan. Daar was niemand thuis behalve een jonge, blaffende hond. Volgens de parkwacht moest ik bij Las Gaviotas met een bootje naar de overkant. Dit zou ik kunnen regelen bij de mensen die aan de rand van het meer woonden. Die dus niet thuis waren…
Dan maar de tent opzetten op het lavastrand aan het meer en morgen verder zien.

Na een aangename nacht (+10 graden) ging ik weer eens kijken bij het huisje. Weer niemand thuis behalve die verrekte hond. Maar de hond kwam nu ook nieuwsgierig een kijkje nemen en snuffelen. Met mijn Martin Gaus talent slaagde ik erin de hond achter me aan te krijgen richting het strandje waar ik had gekampeerd. Het hondje liep helemaal met me mee langs de rand van het meer en de rivier die uitkomt op het meer. Ik ging hierheen om erachter te komen of er andere mogelijkheden waren om over te steken. De rivier was te diep, aan de overkant lag een boot en er was geen mens te bekennen.

"Don't touch this bag. I'll bite your legs off!"

Plotseling zag ik dat de monding van de rivier bij het meer helemaal niet zo breed was. Ik probeerde zonder bagage over te steken… en dat lukte! Weliswaar natte voeten, maar ik was aan de overkant. Ik pikte mijn bagage op en ook met bagage kwam ik aan de overkant. Daar waren wel wat huizen en zelfs overnachtingsmogelijkheden, maar in eerste instantie geen mens. Even later kwam ik wel een enkeling te paard tegen die hier woonde. Rustige vriendelijk lui, die wellicht aan het bijkomen zijn van het zomerseizoen dat hier in Chile zo'n beetje afgelopen is. Dan zijn dit soort locaties denk ik erg populair om te vissen, te surfen of andere watersporten te doen. Nu heerst er absolute rust.

Ik liep zonder duidelijke routekaart of iets dergelijks. Het enige dat me kon helpen, waren mijn kompas, enkele vage, grotere kaarten en de duidelijkheid van het te belopen pad. Het pad begon meteen te stijgen en bleef dit lange tijd doen. Het lopen viel me zwaar deze dag. Wellicht kwam dit door de twee vorige wandeldagen.
De brandende zon had in dit relatief open, landelijke gebied vrij spel. Dit gaf meteen aan hoe anders de omgeving kon worden na het oversteken van een bergpas. Bovenop de volgende bergpas was een meer: "los Quetros". Ik had gehoopt dat dit het hoogste punt zou zijn deze dag, maar niets was minder waar. Bovendien raakte ik rond het meer ook nog de weg kwijt. Ik kwam bij een afgelegen boerderij uit, waar ik de weg vroeg aan een wat verdwaasde man. Na een halve uitleg liep ik tussen de heerlijke kalkoenen en het andere vee weer terug. Ik moest ergens langs het meer linksaf en dan een flink stuk klimmen.

Ik zag een afslag die leek op de juiste. Zo aan het einde van de middag had ik beter moeten weten en 5x na moeten denken. Pas na ruim een half uur klimmen en ploeteren in een bos waar allang geen duidelijk pad, maar een ondoordringbaar oerwoud was, besloot ik terug te gaan. Zelfs de weg terug was moeilijk te vinden. Ik kwam geïrriteerd, maar blij om mijn keuze terug bij het beginpunt. Daarna nam ik wel de juiste afslag (de man had gezegd "palo rojo"= rode kleur) en vond ik ook de hoefsporen weer. Mijn blijdschap was van korte duur, want de paden leken af en toe wel een doolhof van loopgraven en door de zoveelste klim vandaag raakte mijn bovenbenen goed verzuurd. Mijn humeur was op dat moment niet opperbest, maar opgeven bestond niet. Met uiterste krachtinspanningen en een noodzakelijke energie-boost (chocola) lukte het me om de weerstand van de zwaartekracht te overwinnen.

Als er een paard doorheen kan, kan ik het ook!

Toen daar eindelijk de verlossende afdaling kwam, begon de noodzaak van het vinden van een slaapplek zich aan te dienen. Helaas begon mijn knie ook weer hevig te protesteren. Desondanks lag het tempo nog behoorlijk hoog. Ik wilde voor 20 uur een plekje gevonden hebben, terwijl ik rond 12 uur begonnen was met lopen. Alsof het zo moest zijn, vond ik rond 20 uur mijn slaapplek. Een mooie inham naast het pad langs een snelstromend riviertje. Deze moest ik wel eerst even oversteken, waarbij ik op de valreep nog getrakteerd werd op natte voeten.
Ik kon me gaan installeren op het kleine hellinkje langs het riviertje, waar ik me prompt weer even intens gelukkig voelde. Dat gebeurt namelijk als je het juiste pad gevonden hebt, of een plek om te slapen of gewoon om lekker een hapje eten te kunnen maken! Ondanks de idyllische locatie was de nachtrust niet bevredigend. Het voelde goed koud en ik gleed langzaam van het hellinkje af. De sterren waren wel weer van een ongekende schoonheid…

Ongeveer de helft van de 3e etappe (Las Gaviotas - lago Todos los Santos) zat erop met het "makkelijkere" deel nog te gaan. Wat schetste mijn verbazing vanochtend toen ik om 7:30 uur nog een restje van mijn avondmaaltijd op aan het warmen was. Nietsvermoedend kwam er iemand zijn tanden poetsen aan het riviertje waar ik naast had overnacht! Dat verwacht je gewoon niet… Hij en nog drie gasten hadden een stuk verderop overnacht en waren onderweg naar Las Gaviotas… met GPS! Losers! We maakten een kort praatje over wat we aan het doen waren en gaven elkaar wat info over wat ons te wachten stond gedurende het vervolg van onze wandeling.

Even later kwamen ze gevieren langs, terwijl ik mijn spullen aan het inpakken was. Het voordeel van bivakkeren is dat je geen tijd kwijt bent aan het opzetten en inpakken van je tent. Met frisse moed begon ik dus vanochtend met deze nieuwe en volgens plan laatste wandeldag naar lago Todos los Santos. Het zou veel afdalen worden met tussendoor een enkele klim. Dicht bos, idyllische, alpiene weilanden, hoge bergen, modderige paardentrails, woeste rivieren, vervaarlijke en onzeker ogende bruggetjes (waarbij er bij één een stuk hout onder mijn voet afbrak en meters onder me kapot viel op de rotsen in de rivier), volcan Puntiagudo en een handvol mensen waren vandaag de hoofdingrediënten van de wandeling. En geen enkele keer fout gelopen!

"Wie gaat er als eerst jongens? Oh, ik ben in m'n eentje..."

En daar was dan het paradijselijke strandje aan een baai van het enorme lago Todos los Santos. Het is geen straf om de komende nacht aan dit meer op een strandje te moeten overnachten. Deze verplichte rust bevalt me eigenlijk wel heel erg.
De parkwachter had me verteld, dat hier mensen zouden wonen, die me tegen betaling over het meer naar Petrohue zouden kunnen brengen. Nu wilde het toeval dat ik die mensen onderweg tegenkwam. Ze vroegen wat ik ging doen. Ik legde ze mijn plan uit en ze vertelden me om tot morgenochtend te wachten op het strand. Ze zouden me rond 10 uur van het strand oppikken. Top!

Ik ben nu dus op dat strandje. Het is prachtig weer. Alles wat nat was van de afgelopen dagen of van het wassen is alweer droog. En straks ga ik wat improvisatie koken met spaghetti en chorizo. Het zal me gaan smaken. Ik kan ook niet wachten op wat morgen gaat brengen!
Ciao!

Het meer der Allerheiligen... zo voelt het zeker!

Maandag 9 maart, 9:59 uur

Wat een heerlijk moment als de zon plotseling om het hoekje van een berg de baai komt oplichten en -warmen. Het lijkt wel een gedaanteverwisseling. De baai verandert van een koele, rustige schuilplaats in een oase van warmte en licht met verderop het zachte aaien van de golven tegen het strand van deze baai.

Mijn eten is op en daarom gaat mijn maag tekeer. Vanochtend 2 koppen (nou ja, 2 zachte kommen) koffie gedronken en heel relaxt mijn spulletjes ingepakt. Op dit moment is mijn binnentent aan het drogen in de zee van licht. Meer had ik gisteren niet opgezet. Toch was het vannacht verrassend fris. Daardoor was ik rond 3 uur genoodzaakt om toch mijn langzaam leeglopende slaapmatje te gebruiken. Dit beschermde me tegen het toch best harde strand en de kou die van de grond kwam. Goed idee! Nu ben ik dus aan het wachten tot mijn tentje droog is, maar vooral op de mannen van het bootje naar Petrohué.

Vanochtend ook weer de brief van Bas gelezen. Wat een goede vriend is het toch. We hebben al heel wat meegemaakt in de 14 jaar dat we elkaar kennen. Net als met de rest van de vriendenclub! Het lijkt wel alsof we er de laatste jaren de waarde meer van in gaan zien. De dingen die we meemaken worden heftiger en daardoor wellicht ook de vriendschap. De foto van Noah was ook weer fijn om te zien. Dat had ik nog niet eens veel gedaan deze reis. Ik kan het eigenlijk nog steeds niet goed geloven wat er allemaal gebeurd is. Wel weet ik dat Noah bij me is, zoals hij een beetje bij ons allemaal is. Ik kon Noah de rust geven die hij nodig had. Vooral in de tijden dat het wat minder ging of zelfs heel slecht. Ik hou van je en ik ben ook bij jou. Ooit zien we elkaar weer!
Ciao.

19:22 uur
Rara waar ben ik? Ik ben op het Grande Isla de Chiloë!
Wel bizar de afgelopen dagen. De parkwachter van p.n. Puyehue vertelde me dat iemand me bij Las Gaviotas wel naar de overkant zou kunnen brengen. Er was niemand thuis, maar ik kon (waarschijnlijk alleen bij eb) de monding van de rivier oversteken. De parkwachter vertelde me dat aan de noordkant van het lago Todos los Santos mensen woonden die me o.a. naar Petrohué konden brengen voor ongeveer $30.000. Onderweg had een man van een hostal in de middle-of-nowhere het over $50.000 naar Petrohué! En uiteindelijk liep ik bij toeval 3 mannen te paard tegemoet die me de volgende dag voor $25.000 naar Petrohué konden brengen. Later begreep ik van ze dat ze meestal maar één keer per week daar naartoe gaan voor inkopen. What the fuck! Hoeveel geluk wil je hebben...

Niet lang na mijn ochtendschrijven hoorde ik het geronk van een motorbootje dichterbij komen. Daar zijn ze! Snel pakte ik de rest van mijn spullen in en hop, het bootje in bij de broers Hector en Eduardo. Ze vertelden me dat ik toch (ondanks hun uitleg de vorige dag) naar het verkeerde strandje gelopen was. Bleek dat ze een strandje bedoelden iets ten westen van dit strandje. Maar ze hadden dus al verwacht, dat ik dan wel op dit strandje zou moeten zitten. En dat klopte!

Volcán Tronador

Zoals omschreven in mijn bijbel was de oversteek naar Petrohué supermooi. Niet te omschrijven. Ik probeer het. Een groot langgerekt meer met aan weerszijden steile, dichtbeboste bergen die rechtop uit het meer lijken te verrijzen. In verschillende windrichtingen waren tussen deze imposante bergen aan de horizon ook nog een aantal vulkanen te zien. In oostelijke richting keek ik uit op volcan Tronador, het ijzige kasteel. In noordelijke richting verscheen volcan Puntiagudo met zijn scheve punt op de top. En in noordwestelijke richting pronkte volcan Osorno, de perfecte kegel afgewerkt met een suikerwitte top.

Na dit indrukwekkende schouwspel nam ik afscheid van Hector en Eduardo, vergat ik nog bijna om me af te melden bij de parkwachter en sprong ik snel de wachtende bus in. Dat afmelden was wel belangrijk, anders waren ze me binnenkort gaan zoeken. Achteraf had ik ook een latere bus kunnen nemen, want deze kreeg na een half uur rijden panne. Gelukkig hoefden we slechts 10 minuten te wachten op het volgende stoffige busje richting Puerto Varas. De tocht ging langs het dorpje Ensenada, vanwaar mooie excursies te maken zijn naar o.a. volcan Osorno. Het heeft even op mijn agenda gestaan, maar ik heb het om verschillende redenen geschrapt.
Na Ensenada slingerde de weg verder langs het lago Llanquihue. Dit meer is zo verschrikkelijk groot, dat je op een heldere dag de overkant niet kan zien. Wel kon ik vanuit de bus volcan Osorno op een prachtige manier zien. Het onderste deel van de vulkaan was gehuld in een ring van wolken, waarboven die machtige witte punt uitstak. Mooi! Helaas kon ik er geen foto van maken, want de bus ging teveel heen en weer.

In Puerto Varas stapte ik over op de volgende bus die me naar Puerto Montt bracht. Puerto Varas was een prachtig stadje met veel mooie, houten gebouwen en de sfeer verraadde enige rijkdom. Puerto Montt daarentegen zag er in eerste instantie troosteloos uit. Dit kwam niet zozeer door de lichte bewolking, maar door de chaotische sfeer, de lelijke huizenbouw en de vele zwervers. Ik zag zelfs een man de midden op de stoep languit lag te slapen. En de man die naast me kwam zitten in de bus had een fikse kegel.
Een slechte eerste indruk dus, maar gelukkig kon ik snel in de volgende bus stappen. Deze bracht me via de ferry naar Chiloë uiteindelijk in het rustige stadje Ancud. Op dit moment zit ik daar aan de kade te genieten van het begin van de zonsondergang met uitzicht op de baai en achterliggende oceaan. Ik heb dorst gekregen…
Ciao!

Lees verder wat er allemaal in week 7 gebeurt!


Foto's per regio

Klik voor een overzicht

Deze website is een website | home