Week 5
"Wonderen der natuur, in gesprek met Chilenen en een doodlopend spoor"
Dinsdag 24 februari, 14:10 uur
Tot nu toe het mooiste uitzicht is wel die op de vulkanen Llaima en Villarica, met op de voorgrond het lago Conguillio. Dit schouwspel speelt zich af in p.n. Conguillio op ruim 1600 meter hoogte. Gisteren ben ik in het park aangekomen en net heb ik een stevige wandeling gemaakt om tot dit uitzicht te komen. Voor een beetje uitzicht moet je toch wat over hebben. Ik heb dus al verklapt dat het me gelukt is om in het park te komen.
Om 5 uur in de vochtige, zeer koude ochtend ging mijn wekkertje. Ik was er klaar voor. Dat moest ook, want om 6:30 uur vertrok mijn bus richting Melipeuco. Met de sterren en mijn gedachten als getuigen (en een hoop blaffende honden en kukelende hanen) raapte ik mijn zooi bij elkaar, inclusief een vieze, natte tent. Mooi op tijd stond ik in deze onwerkelijke ochtend langs de kant van de weg in het haast uitgestorven Icalma. Met slechts 5 minuten vertraging was daar dan de bus. Hij was alweer bijna halfvol met andere mensen, terwijl vlak boven het gebergte een hele flauwe verlichting ontstond. Net na 8 uur verliet ik de bus, vlak voor Melipeuco, bij de afslag naar p.n. Conguillio. De ingang van het park lag nog zeker 15 kilometer verder om nog maar niet te spreken over de eerste campings in het park!
Maar het geluk was aan mijn zijde (of bestaat dat niet zo vaak?). Nadat ik twee keer dezelfde graafmachine aan me voorbij had laten gaan, was tegen 8:30 uur de eerste de beste pick-up meteen raak. In de pick-up zaten 3 vriendelijke heren, die blijkbaar vlak naast het park verbleven. Ze namen me mee, verbaasden zich over het alleen reizen en zetten me na een prettig gesprek af op een lavaveld met uitzicht op volcan Llaima. Alweer een cultuurschok!
De rest moest ik lopen of verder liften. Maar de heren hadden me al bijzonder goed geholpen, omdat ik, bij hun in de auto zittend, geen entree hoefde te betalen. Ik besloot de rest te lopen en dat was de moeite waard. Terwijl de zon zich langzaam aan de hemel optrok, veranderde ook het uitzicht op volcan Llaima en de verderop gelegen Sierra Nevada.
De weg trok door een immens lavaveld van de vorig jaar uitgebarsten vulkaan. Toen de zon echt warm (lees: heet) werd , dook het pad een koel bos is in met onvoorstelbare giganten van bomen. Indrukwekkend om hier doorheen te lopen en wat mij betreft beter dan met de auto. Het lago Arco Iris deed spookachtig aan. Ontstaan na een uitbarsting zijn hier nog de overblijfselen van dode bomen als geesten in het fluorescerend blauwgroene water te zien. Na een forse klim kwam ik in een droger en meer open bos. Hier stonden verspreid over de vlakte de nog steeds bijzondere en historische araucaria's.
Lord of the rings, eat your heart out!
De wandeling begon inmiddels wel wat zwaarder te worden en ook kreeg ik honger. Twee Chilenen stonden me fietsend bij (Yigo en Fernando) en boden me aan om bij hun op hun plekje te komen staan. Gezellig én ik hoefde wéér niet te betalen. Na nog een uur wandelen en ouwehoeren, waren we dan daar. Er was nog een derde Chileen, Ivan, de zoon van Fernando. Ze kwamen uit Santiago (bijna alle Chilenen die ik onderweg tegenkom) en hadden het laatste stuk naar het park fietsend afgelegd. Niet zo culinair als de vorige families, maar ik mocht meteen mee eten. Supergastvrij en hartelijk weer!
Het was in de loop van de middag en ik besloot er nog een dag van te maken door een wandeling te gaan maken. Via het pad "Los Carpinteros" (soort specht) zou ik bij het betoverende lago Captrèn uitkomen. Tijdens deze wandeling was het vooral veel omhoog kijken naar de enorme hoogtes van de bomen. Velen hier zijn meer dan 1000 jaar oud. Daartoe behoort ook de "madre milenaria araucaria" die geschat wordt op een slordige 1800 jaar. Ze heeft een diameter van om en nabij 3 meter!
Weer niet te omschrijven, hooguit met het gevoel prehistorisch. Het lago Captrèn was al even zo mooi. De zon scheen laag over het meer, dat door de doodse rust een spiegel vormde, waarin volcan Llaima zijn evenbeeld toonde.
Volcán Llaima; laatste uitbarsting 3 april 2009
Behalve voorbijgangers waren de enige geluiden van vogels (ook de specht, tok-tok!), het geruis van de wind en je eigen voetstappen. De schemer begon al te vorderen en ik moest nog zo'n 8 kilometer over de hoofdweg terug. Hopend op een lift liep ik in stevige pas terug naar de camping. De 1e auto zat vol en de 2e helaas ook. We raakten wel aan de praat over het land en mooie plekken waar ik nog meer heen moest gaan. Inmiddels viel de duisternis en voelde het stel met baby zich verplicht om me mee te nemen. Met wat vouwen en proppen paste het allemaal prima en 10 minuten later stapte ik bij onze campingplaats uit. Eens te meer weer een voorbeeld van gastvrij- en vriendelijkheid.
De jongens waren al bezig met het stoken van een vuurtje. Deze avond aten we mijn pasta met saus en stukjes hotdog van de BBQ. Het ging erin als zoete koek. Na deze lange dag was slapen geen punt ook al was het wederom fris.
Vandaag heb ik het pad naar de Sierra Nevada gelopen met nu dus uitzicht op de vulkanen Llaima en Villarica verder naar het zuiden. Het was een stevige klim met wederom prachtige en enorme bomen, wegschietende salamanders en uiteindelijk een prachtig uitzicht. Morgen is het rustdag voor de voetjes en daarna weer verder naar het zuiden!
Ciao!
p.n. Conguillio
volcán Llaima, lago Conguillio en links in de verte nog volcán Villarica
Woensdag 25 februari, 12:25 uur
Precies 4 weken terug kwam ik aan in Santiago. Ongelooflijk wat ik in de tussentijd heb meegemaakt. En het park waar ik nu ben is wel één van de hoogtepunten.
Gisteren de zware, maar prachtige klim gemaakt naar de Sierra Nevada met spectaculair uitzicht. Na het uitrusten op het uitkijkpunt dwong mijn nieuwsgierigheid me verder omhoog. Het pad ging inderdaad verder omhoog naar een landschap vergelijkbaar met dat van p.n. El Morado bij Baños Morales. In de verte zag ik een deel van de gletsjer en ik moest er naartoe!
Via rotsachtig landschap zonder pad zocht ik de veiligste weg omhoog. Via gruis en enorme rotsblokken van vulkanisch materiaal die volcan Llaima ooit heeft weggeslingerd, en via kleinere waterstroompjes met alpiene begroeiing, kwam ik bij het smeltende ijs. Machtig mooi en spectaculair, terwijl ook het uizicht weer verbeterd was. Even later werd dit uitzicht nog wat beter toen lieve Daniela me vergezelde op deze grote hoogte. We kletsten een eind weg en ik was toch wel gecharmeerd van deze Chileense! Na een tijdje besloten we afscheid te nemen van de gletsjer en daalden we gezamenlijk af. Bij haar camping namen we afscheid en wisselden we e-mail adressen uit. Helaas, ze had een pololo (vriendje). En nee, dat maakt niet uit, maar toch…
's Avonds weer lekker gegeten met de gasten en een gezellige avond gehad. Yigo is de koning van het vuurtjes maken en zijn hobby's zijn sporten en sigaretten roken. Ivan is een metal liefhebber, extreem ijdel en ook hij rookt graag een sigaret. Fernando, de vader van Ivan, rookt niet, drinkt niet, maakt mooie foto's en vertelt graag interessante weetjes. Al met al een prima gezelschap gedurende deze dagen in p.n. Conguillio.
Vandaag een mannendag! We stonden rond een uur of 8 op, waar vooral Ivan het moeilijk mee had. Op het programma stond een bezoek aan een mooie waterval, verscholen in een kleine baai aan het lago Conguillio. Gevieren in de boot en afwisselend roeiden we met de riemen die we hadden over het doodstille meer. Na een half uur roeien meerden we aan in de baai met verderop de prachtige waterval. Schitterend om op deze manier te zien en ook om zo samen te doen! We waren onder de indruk, maakten foto's, douchten in het vallende water en voelden ons als een stel kleine kinderen in een speeltuin. Yigo kon zich niet inhouden en dook van een boomstam in het water en ik kon niet achterblijven. Een extreem goed idee!
Verfrissende douche!
Bij het verlaten van de baai kwam het volgende bootje al aangeroeid. De terugweg over het meer was vooral gloeiend heet. Nu zijn we wat aan het ontspannen, ik met een biertje, en straks gaan we aan de almuerzo. Ik heb trek!
Ciao!
Vrijdag 27 februari, 10:55 uur
Echt gaaf als een vooraf geplande trip soepel verloopt. Wel merk ik dat ik elke keer weer wat nerveus wordt bij aankomst. Wordt het hier ook zo leuk? Vind ik een geschikte slaapplek? Hoe reageer ik op de mensen?
De laatste dag met de mannen verliep verder erg relaxt. Later die dag liepen we nog een rondje door het bos langs spectaculaire araucaria's en andere bijzondere bomen. 's Avonds hebben we een goede salade met pasta in elkaar gedraaid en opgegeten. Ook de sterren waren weer van een ongekende schoonheid! Fernando legde me uit dat er een sterrenformatie is, waaruit je altijd kunt herleiden waar het zuiden is: "Cruz del Sur". En het klopte nog ook!
De volgende ochtend stond ik 3 minuten onder een warme douche, waarna hij niet meer warm werd. Een kwartier wachtte ik hoopvol op een warme straal, maar ik kreeg niet meer dan steenkoude voeten. Inpakken dus! Deze 3 dagen Conguillio leverden me behalve een buslading indrukken ook een hartelijk afscheid op. Wie weet tot over een maand in Santiago…
Het 1e deel van de wandeling richting de andere uitgang van het park was nog wel relaxt, maar na 5 minuten begon de verwachte, lange en steile klim. De dag rust had me goed gedaan en na een uur begon de afdaling die me in een half uur bij de uitgang bracht. Ik wierp een laatste blik op volcan Llaima aan mijn linkerhand. Daarna volle concentratie voor de afdaling richting het dal en stadje Curacautín. Tot op dat moment had ik nog geen geluk gehad met liften, maar na ruim een uur voorbij de uitgang hoorde ik plotseling een auto achter me. Door de constante tegenwind hoorde ik hem pas op het laatste moment, waardoor ik van schrik pardoes richting de kant sprong. Ze boden me meteen een lift aan en klaar is Piz (zo noemen vrienden me)! Curacautín ligt namelijk een kleine 40 kilometer van het park vandaan, waardoor een lift noodzakelijk was. Wederom vriendelijke lui en voor de 2e keer deze vakantie vroeg iemand of ik niet in Chili zou willen blijven. Ook nu antwoordde ik nee, hoewel ik het zo op het eerste gezicht een fantastisch land vind.
Van Curacautín nam ik de bus naar Temuco. Slechts 5 minuten na aankomst in Temuco zat ik, inclusief het kopen van een ticket, alweer in de bus naar Panguipulli. Zulke goede aansluitingen heeft de NS niet! Het landschap lijkt vlakker te worden, waardoor vulkanen als de Villarica indrukwekkender worden. Echter naar het binnenland toe trekkend neemt de ruigte van het landschap weer toe. Van Panguipulli reisde ik met een andere bus door naar Choshuenco. Dit was weer een ervaring! De weg voer langs het gigantische lago Panguipulli via een haast onneembare weg (veel 1e versnelling). De ondergaande zon gaf het meer een betoverend gezicht. Jammer dat mijn stoel niet een klein standje achterover kon…
Choshuenco is een klein dorp aan de andere kant van het lago Panguipulli met 2 lange straten en wat zijstraatjes. Het 1e hostal was vol, het 2e was een hotel en kostte $29.000/nacht en de 3e was ook vol. Bij de 4e had ik geluk en het heette Hostal La Posada. Na een warme douche, een goede maaltijd (flink stuk rundvlees) en een korte wandeling, want het dorp is niet zo groot, was ik klaar om te gaan slapen.
Vandaag staat de salto (waterval) Huilo-Huilo bij het dorp Neltume op het programma en wie weet ook nog een mooie boottocht over het lago Pirihueico. Ik ben benieuwd!
Ciao!
Maandag 2 maart, 13:57 uur
Ik ben de laatste weken al veel vergeten of kwijtgeraakt. Eerst mijn creditcard, toen mijn hoed in de bus laten liggen, later mijn biblia de Chile en vandaag de USB-kabel om foto's van de camera op pc te zetten! Het fijne is wel dat het elke keer wel weer goed komt. En tot nu toe is hetgeen dat ik vergat elke keer weer teruggekomen. Of dat met de kabel ook gaat gebeuren, is me niet helemaal duidelijk. Het lijkt erop dat ik die tijdens de avonturen van de afgelopen dagen ben kwijtgeraakt. Gelukkig vond ik een winkel die een oplossing voor me had. Goed geregeld weer! Terug naar Choshuenco…
Salto Huilo-Huilo bij het dorpje Neltume was enigszins drooggevallen en dus wat magertjes. De rotsformaties en het mooie water er omheen waren er echter niet minder mooi om geworden. Met wat klimmen en klauteren zat ik plots midden voor de kleine waterval. Even verderop was de salto del Puma (volgens anderen heet het de salto del León). Een mooie waterval, die helaas niet van dichtbij te bewonderen was. Wie dat wel deed, was een Israelisch meisje van 22. Ze overleefde het niet. Het verhaal gaat, dat ze over het hekje van het uitkijkpunt was geklommen om meer te kunnen zien. Een wesp zou haar aangevallen hebben, waarna ze in paniek raakte en naar beneden stortte. Triest voor de nabestaanden, maar ook een beetje dom…
Uitgesleten rotsformaties bij Huilo-Huilo
In de bloedhitte liep ik vervolgens door naar Puerto Fuy, waar de ferry naar de andere kant van lago Pirihueico zou vertrekken. Na even lopen besloot ik te liften. Iets minder hartelijk als gewoonlijk werd ik letterlijk vliegend meegenomen. Dat wil zeggen dat ik, zittend op een bankje in de laadbak van de pick-up, me goed moest vasthouden. Maar zelfs met vasthouden kwam ik met mijn zitvlak los van het bankje…
In Puerto Fuy at ik een heerlijk stuk varkensvlees met puree en tomaat. Daarna was het wachten op de boot. Om 18 uur zou hij vertrekken dus ik had nog wat tijd om te relaxen op het strandje. Men vertelde me ook dat ik geen kaartje hoefde te kopen en zo op kon stappen. Met de brandende zon nog aan de hemel keerde de boot zuidoostwaarts richting Puerto Pirihueico en de Argentijnse grens. Dit haventje is niets meer dan een winkeltje, een restaurant en een plek om te slapen. Ook staat er een ruïne van een hotel dat daar ooit heeft gestaan. Blijkbaar waren er niet voldoende inkomsten en wat nog rest is een skelet in de natuur.
De reis heen een terug was schitterend. Langzaam trokken steile hellingen met enorme bossen en hoge pieken aan ons voorbij. De terugweg was zo niet nog mooier. Langzaam trad de duisternis in, totdat we weer zicht kregen op Puerto Fuy. Daar, waar de zon zo-even nog nadrukkelijk aanwezig was, was nu slechts nog een prachtige, zachtrode gloed over. Bij het aanmeren tegen 22 uur was het helemaal donker.
Vanaf de boot bij lago Pirihueico
EN GEEN BUS!!!
Dat werd dus liften. Ik heb gemerkt dat ik niet stilstaand kan liften, dus liep ik weer richting Neltume. Terwijl ik al een aardig stuk over de weg het donkere bos in gelopen was, nam de eerste de beste voorbijganger me mee naar Neltume (10 kilometer verderop). Vanaf Neltume was ik nog geen 10 minuten aan het lopen toen de volgende auto voor me stopte. Door 4 toffe gasten werd weer een eindje verder geholpen. Dit was ook één van de vele keren dat de "Naranja Mecanica" ter sprake kwam. Natuurlijk heb ik het dan over het Nederlands Elftal, waar men hier erg van onder de indruk is. Bij het noemen van de naam Van Nistelrooij slaken alle 4 een kreet van afgunst en bewondering.
Na een hartelijk afscheid (slechts 5 minuten in die auto gezeten) liep ik weer verder, nu richting Choshuenco. Na werkelijk nog geen minuut lopen was het weer raak. Nu was het een stoere Chileen in zijn stoere pick-up, die op weg was naar Choshuenco. Een nieuwsgierige man en ook nu weer ontstond er een levendig gesprek. Je kunt je voorstellen dat mijn Spaans inmiddels prima gevorderd is. En het mooiste van alles was nog dat ik voor de deur van het hostal werd afgezet. Briljant!
De volgende dag (eergisteren) stond de voettocht naar Riñihue op het programma. Volgens mijn bijbel zou het een avontuur van anderhalve dag worden. Dat werd het ook, alleen zonder Riñihue te bereiken…
Het eerste stuk vanaf Choshuenco was een gebaande weg richting Enco. In alle vroegte liep ik langs het in ruste verkerende lago Panguipulli tot ik bij een splitsing kwam. Natuurlijk liep ik de weg op waar het bordje "privado" bij stond. Vraag me niet waarom. Zo liep ik langs een golfterrein, schitterende ranches, mooi gelegen huizen, een landingsveld voor kleine vliegtuigjes en helikopter en statige lanen. Het was een prachtig landelijk gebied, dat duidelijk aan de beter bedeelden behoorde. De omgeving kenmerkte zich verder door bosrijke bergen en de Choshuenco vulkaan. Even verderop was een stuk bos, wat al was aangetast door de eerste tekenen van uitbreiding van het golfterrein. Later hoorde ik dat zo'n beetje dit hele gebied eigendom is van een aantal rijke Chileense families.
Lago Panguipulli in de vroege ochtend
Vanaf Enco begon de voettocht te haperen. Ik stak over op een geïmproviseerde brug en kwam uit op wegwerkzaamheden. Navraag leerde me dat ze begonnen zijn om de weg naar Riñihue in ere te herstellen. Volgens zeggen was de weg verwaarloosd geraakt, omdat hij nauwelijks meer gebruikt werd. Ze wezen me vriendelijk de juiste richting en ik kon de graafmachine passeren. Maar de weg draaide in noordoostelijke richting, waar ik dus net vandaan kwam! Weer terug naar waar ik onderweg een vage afslag gezien had in de juiste richting. Over een vaag pad liep ik door een weiland, passeerde ik een hek en kwam ik bij een rivierbedding uit. Hier was ik het vervolg van het pad kwijt. Ik besloot over de rivierbedding verder te gaan. Achteraf een idioot idee, hoewel hij wel drooggevallen was. Deze route draaide op niets uit en ik begon een lichte irritatie in mijn lijf te voelen.
Ik besloot vanaf het eerder genoemde punt zonder bagage te gaan zoeken naar het juiste pad (verstandig!). Enkele meters links aan de overkant van de rivierbedding vervolgde het pad zijn weg. Yes! Onderweg smaakten de bramen van de vele bramenstruiken me goed. Hier begon mijn haat/liefde verhouding met die bramenstruiken.
Weer stak ik een oude, maar stabiele brug over, waarna de begroeiing op het pad wilder werd. Volgens mijn bijbel was het een oud pad, waardoor enige wildgroei een logisch gevolg zou zijn. De eerste irritaties ontstonden door de bramenstruiken, want ze krasten langs mijn armen en benen. Ook vond ik de eerste natuurlijke obstructies op mijn weg, en ze testten mijn geduld en doorzettingsvermogen. Combinaties van bamboe-achtige struiken (hier "quila" genoemd) en doornige bramenstruiken hielden me tegen, trokken aan me en achtervolgden me. Ook omgevallen bomen lagen in de weg, maar waren makkelijker te omzeilen. Enkele modderige stukken, gladde boomstronken en onzeker ogende bruggetjes knaagden aan mijn verstand.
Bij een rotswand besloot ik in een inham te overnachten. Dit deed ik zonder tent, daar was geen ruimte voor, maar slechts op het oranje zeil in mijn slaapzakje en mijn rugzak als kussen. Het enige geluid dat ik hoorde, was het geritsel en gefluit van vogels, en het gezoem van muggen. Langzaam werd het donker en keek ik regelmatig omhoog naar de sterren. Niet alleen omdat dat een heel mooi gezicht was, maar ook omdat ik zo kon zien of het bewolkt was of niet. Slaap lekker…
Geen plek om een tent op te zetten? Dan maar zonder!
Na een gezien de omstandigheden redelijke nachtrust, deels onder de sterrenhemel en deels onder de wolken, was de strijd tegen de ochtend beslecht in het voordeel van de wolken. Het regende zelfs heel zachtjes in de ochtend, waardoor mijn slaapzak van buiten nat was. Rond dit tijdstip (ongeveer 7 uur) hing de bewolking zeer laag om de bergen heen en was het lago Riñihue in alle rust. Ik moest verder!
Het bos was de vorige dag al regenwoudachtig, maar nu was het dat zeker! Ik was bang dat de bramenstruiken mijn regencape aan flarden zouden scheuren, waardoor ik deze niet aan had. Dit had natuurlijk wel tot gevolg dat alles binnen de kortste keren goed nat was. Nadat ik in deze vroege ochtend weer enkele hindernissen had genomen, kwam ik bij een ingestorte brug, waar een bos bamboe overheen hing. In een vlaag van verstandsverbijstering heb ik zelfs nog geprobeerd om naar de overkant te komen, maar ik herpakte mezelf bijtijds.
Dit was de druppel. Ik besloot terug te gaan. Dat was eerst een teleurstelling. Kijkend naar de omstandigheden voelde het later al meer als een opluchting en een verstandige keus.
Op de terugweg hadden mijn kleren en rugzak het zwaar te verduren. Alles was zeiknat en constant haakten doornen zich erin vast. Gelukkig had ik watervaste schoenen. Er kan geen water in komen, maar zeker ook niet eruit!
Eenmaal terug bij de rivierbedding was het verder eenvoudig. De zon had heel even een schijnbeweging gemaakt door zich te laten zien. Maar vanaf Enco begon het toch weer te regenen. En flink ook! Snel trok ik de regencape aan, wat helemaal niet zo makkelijk is in je eentje. Terwijl ik langs de kant van de weg stond te stuntelen, werd ik natter en natter. Verspreid over het weiland keken de koeien me verbaasd en een tikje meelijwekkend aan.
Na ruim een half uur lopen kwam daar mijn redder in nood. Een Duitse mijnheer, die me kennelijk had zien lopen, kwam me zowaar halen met zijn auto. Het bleek een leraar op een universiteit in Chile te zijn en we spraken in het engels. Deze "gentleman" bracht me weer helemaal terug naar Choshuenco, waar ik hem hartelijk bedankte en groette.
Nat, natter, natst
In Choshuenco dook ik een bushokje in om, in afwachting van de bus, wat op te drogen en bij te komen van dit waanzinnige avontuur. Al snel werd ik vergezeld door Jorge en Gabriela uit Santiago. Ze zitten in de acteurswereld en zijn allebei lekker alternatief. We praatten weer over van alles en nog wat, totdat de bus naar Panguipulli ons oppikte. We wisselden e-mail adressen uit en ik kreeg alvast een uitnodiging om met hun naar een toneelstuk te gaan in Santiago.
In Panguipulli had ik een welhaast perfecte verbinding op de bus naar Valdivia. Hierdoor durfde ik alleen geen gedag meer te zeggen, omdat ik bang was mijn bus te missen. Maar Jorge en Gabriela kwamen zelf de bus in en de knuffel van hen beiden voelde goed.
In Valdivia werd ik, zoals voorspeld door mijn biblia, aangesproken door iemand die een slaapplek aanbood. Mijn weerstand was vandaag laag, waardoor ik voor $8000/nacht al om was. Eigenlijk had ik moeten afdingen.
Vandaag ga ik hier naar het museum en ben ik nu in de botanische tuin (prachtig park). Tot nu toe voelt Valdivia aan als een relaxte stad. ¡Nos vemos!
Ciao!
Lees verder wat er allemaal in week 6 gebeurt!